Zondag stond alweer de tweede nationale wedstrijd op de kalender. Traditioneel was Berlicum altijd de seizoensopener, maar sinds vorig jaar is de wedstrijd in Assen de eerste van het jaar. Wat niet anders is dan andere jaren is de grote opkomst in Berlicum. Het is dan niet het meest uitdagende parcours van Nederland, maar het is er wel druk. Wellicht hielpen het mooie weer en het geheel vernieuwde parcours hier nog wat aan mee.
Teamgenoot Riny was naar Berlicum komen fietsen om z’n duurtraining te combineren met het doen van de verzorging het aanmoedigen van z’n teamgenoten. Samen met Maarten warm gefietst en het parcours verkend. Al snel werd duidelijk dat het rondje aanzienlijk technischer was dan we van Berlicum gewend waren. Weinig hoogtemeters, weinig rechte stukken, weinig inhaalmogelijkheden maar veel sturen. Heel veel sturen. Na de top-30 notering van vorige week was ik er erg op gebrand om vandaag wederom proberen bij de beste 30 te zitten. Toen de enige Nederlandse Olympisch kampioen mountainbike twitterde* dat een 26-inch de snelste keuze is op het parcours van Berlicum verhoogde dat de moraal nog eens extra.
De startrijen waren breed, en dus stond ik op dezelfde startrij als teamgenoot Maarten. Voor zover dat kon was m’n start nog slechter dan vorige week in Assen. De explosiviteit zal nog fors omhoog moeten. Starten op de derde rij dus, maar helaas zo rond plek 50 de singletrack op. Hier liep het al snel vast en verloor ik de nodige seconden. Op dit soort parcoursen is loont het erg voorin te zitten bij de start. Nadat binnen enkele minuten iedereen z’n plekje gevonden had kon het inhalen beginnen. Gelukkig vond ik wel veel sneller mijn ritme dan vorige week. Zo kon ik in de eerste 2 ronden alweer aardig wat plekken goedmaken. Helaas schoof ik in de tweede ronde onderuit door een stuurfout. Ik kon meteen weer op de fiets springen, maar merkte toen dat m’n ketting ernaast lag. Snel de ketting er weer op gelegd en geconstateerd dat ik m’n voorganger niet meer kon zien. Dit akkefietje leidde tot een wat boosaardige monoloog van mij tegen mijn fiets, die in deze in principe onschuldig was. De agressie die hiermee gepaard ging motiveerde me wel erg het gat weer snel dicht te rijden. Het deed even zeer, maar lukte vrij snel. Vervolgens de derde en vierde ronde steeds iets sneller gereden en nog wat plekken gewonnen. Dit kwam ook doordat de technische stukken steeds beter liepen. Relatief fris kwam ik na een uur koers als 32ste over de streep, zo’n 1,5 minuut na teamgenoot maarten en op iets minder dan 4 minuten van winnaar Danny van Galen. Net geen top 30 dus. Wel 22 plekken hoger dan m’n plek van vorig jaar, en 42 plekken hoger dan in het jaar daarvoor, m’n eerste wedstrijdjaar. Die trend wil ik nog lang vasthouden. Op naar de eerste wedstrijd om de Holland MTB Cup: de Bergrace in Wageningen.